Even bellen met spreker Dr. Heleen Lameijer

 

Het is maandag-middag 11 september en Britt & Heleen besluiten weer eens te bellen om bij te praten. Wat houdt Heleen bezig de laatste tijd, hoe is het met haar en welke leuke spreek-klus van afgelopen tijd staat haar nog steeds bij? Benieuwd? Lees snel verder.

 

Wat Heleen bezig houdt? Het moederschap natuurlijk!

‘‘Dat was me nogal een periode. In februari werd ik moeder van Maud en dat vond ik behoorlijk wennen. Opeens is je hele leven anders, iets wat je je van tevoren totaal niet kunt voorstellen, ook al dacht ik zelf van wel. Het terugvinden van de balans was een uitdaging, en is het soms nog steeds wel. En tegelijkertijd begin ik ook juist daarin nu wat lol te krijgen’’. Heleen leerde in een rap tempo hoe belangrijk het is om om hulp te vragen, voor iemand die gewend is om eigenlijk altijd alles zelf te doen was dat nogal een uitdaging. Maar dat gaat haar dus ook steeds beter af. ‘‘Het is zo fijn om even op iemand anders te leunen, om kwetsbaar te zijn. Ik heb geleerd dat dát ook krachtig is’’.

Wat wil je dit jaar nog graag bereiken?

‘‘Iets meer rust in mijn kont, al is dit iets wat ik al jaren probeer te bereiken. Aan de ene kant heb ik het namelijk nodig: de onrust, nieuwe projecten. Ik moet uitgedaagd worden. Aan de andere kant merk ik dat ik ook steeds meer behoefte krijg aan even stilstaan. Juist nu ik mijn dochter heb, en wil genieten van ons leven samen. Iets wat een tegenstelling lijkt, maar misschien ook iets is wat naast elkaar kan bestaan. Maar waar ik met mijn persoonlijkheid wel af en toe even bij stil moet staan’’

Over rust gesproken.. Je ondertekende onlangs iets anders dan een boek- contract. Mogen we al weten wat het is?

We hebben een tiny house gekocht!!😱 Ik heb grote plannen voor een heel mooi aanbod in dit prachthuisje, maar vooral ook plannen om er groots van te genieten met mijn vriend en Maud! Rust in mijn kont.. here i come.

Eind 2022 kwam je boek uit! Hoe kijk je op het schrijf-proces terug?

‘‘Mijn proces verliep wat anders dan gemiddeld, omdat ik heel veel verhalen al had geschreven in blog vorm. Toen ik, op basis van deze blogs, werd gevraagd om een boek te schrijven vond ik dat initieel te gek. JA, schreeuwde ik van de daken. Tot het echt moest gebeuren, en er geen letter meer op papier kwam. Het móeten schrijven maakte dat ik er geen zin meer in had. Het creatieve was er af omdat het niet meer vrijblijvend was. Toen de coronaperiode kwam moest ik meer werken in het ziekenhuis en was er voor het schrijven van het boek geen plaats meer. Ik heb het toen dan ook on hold gezet. En dat was precies wat er nodig was om de zin om te schrijven terug te laten komen. Na de pandemie was hij zo goed als af: mijn boek’’

Het was een meisjesdroom, het schijven van een boek. Ze kreeg ontzettend veel fijne reacties op haar boek, mensen die ook in de zorg gaan werken, mensen die een onderneming starten. Maar het mooiste? Mensen die haar band met haar oma herkennen. ‘‘In het boek schrijf ik veel over mijn relatie met mijn oma, die inmiddels is overleden) en hoe zichzelf in de relatie die ik met mijn oma had herkennen. Op zo’n moment voelt mijn eigen oma ook weer even heel dichtbij, wat ik een fijn gevoel vind.’’

Je deed ook nog een boel leuke spreek-klussen afgelopen periode. Welke is jou het meest bij gebleven?

‘‘Dat is zonder twijfel die keer toen ik voor een groot consultancy bedrijf mocht spreken. Ik sprak over fouten maken (in de zorg) en wat dit met je doet als mens. Wat volgde was een mooi en kwetsbaar gesprek over fouten maken, ook in hun branche, en hoe je hier mee om kunt gaan. En het geinige is dat er, hoewel de beroepsgroep anders is, altijd parallellen te vinden zijn. Dingen die overeen komen, waarin je elkaar kunt vinden. En kunt leren van hoe de ander, met een andere achtergrond en visie, hier mee om gaat. Zo bracht het hier spreken mij zelf ook weer nieuwe inzichten, enorm waardevol om dit zo te mogen delen’’.

Ik denk dat we vaak over het hoofd zien hoe veel we kunnen leren van mensen die totaal iets anders doen dan wij. In het leven in het algemeen, maar ook qua werk.

Laatste vraag…. Hield je altijd al van presenteren?

(Heleen lacht heel hard). ‘‘Nou nee… vroeger had ik een hekel aan publiekelijk spreken. Ik werd namelijk altijd rood, en dan kon ik wel door de grond zakken. Wat haar heeft geholpen? Wat mij destijds hielp was ten eerste herkenning: mijn moeder die me vertelde dat zij dit vroeger ook altijd had en dat het vanzelf weg zou gaan. En ten tweede: acceptatie. Ik vertelde mezelf dat het prima was om rood te worden, wat er uiteindelijk voor zorgde dat het niet meer gebeurde. Of althans, niet altijd. Momenteel word ik vooral vlekkerig, iets wat ik herken van spannende situaties in het ziekenhuis. Bij een reanimatie bijvoorbeeld, ben ik altijd rood-gevlekt. Maar, zo weet ik nu ook, dit is hoe ik op mijn best presteer. Het is de adrenaline, die ik moet voelen om scherp te zijn en goed werk te leveren. Met een gespannen boog kun je verder schieten. En mijn boog is rood van kleur’’.